Op 15 maart zijn de resultaten van een enquête over de plaats van het christelijk geloof in Nederland verschenen onder de titel ‘God in Nederland’. Rondom de verschijning van dit boek wordt aan dit thema veel aandacht gegeven op de TV en in kranten. De conclusie is schokkend: er is sprake van een wijkend christendom en niet langer kunnen we stellen dat Nederland een christelijk land is. Hoewel de steekproef die genomen is voor de enquête erg klein is (0,0126% van de Nederlandse bevolking), zijn de trends die in het boek genoemd worden herkenbaar.
Het boek spreekt over interne secularisering van het christendom: ook de mensen die aangeven kerkelijk te zijn, geloven steeds minder. Wat mij betreft is dit de meest onthutsende conclusie. Slechts 45% van de leden van de RKK en 77% van de leden van de PKN gelooft dat Jezus de Zoon van God is. Dat de Bijbel het Woord van God is belijdt 13% van de RKK en 43% van de PKN. Vergelijkbare resultaten zien we als het gaat om het leven na de dood en het geloof in wonderen. Gods aanwezigheid wordt beleden door 13% van de RKK en 34% van de PKN. Bijbellezen en bidden vertonen een vergelijkbaar beeld. In alle gevallen zijn de scores van de ‘kleine protestantse kerken’ (o.a. orthodoxe protestantse kerken en evangelische gemeenten) aanzienlijk beter. Discussies in de media (o.a. Kruispunt op zondag 13 maart) suggereren dat de secularisering eerst buiten de kerk is begonnen, en vervolgens is doorgedrongen binnen de gemeentes. Maar ik twijfel sterk of deze interpretatie klopt. Ik ben erg bang dat de secularisering in de christelijke gemeente begonnen is. En dat daar waar de gemeente het persoonlijke geloof in Jezus Christus kwijtraakt, de aantrekkingskracht van de gemeente ook verdwijnt. Reeds in 1987 schreef ds. A.M. Lindeboom een boek over het verval van de Gereformeerde Kerken (‘De theologen gingen voorop’). Hij laat zien hoe het verval begonnen is met het loslaten van een persoonlijk geloof. Ik ben bang dat in veel kerken het evangelie gereduceerd is tot algemene termen als vrede, gerechtigheid, opoffering, liefde, verdraagzaamheid en meer van dat soort begrippen, maar dat verzoening, vergeving en een persoonlijk geloof steeds meer op de achtergrond is geraakt. Als men het christendom reduceert tot dit soort termen, dan ontstaan er een klimaat waarin men de kerk niet meer nodig heeft. Immers ook in andere godsdiensten zoals de Islam onderschrijft men deze waarden, en zelfs velen niet-religieuzen herkennen zich hierin. De enquête laat zien dat de kleine protestantse kerken – waarbij vooral de orthodoxe kerkgenootschappen en de evangelische gemeentes behoren – wel groeien en ook veel jongeren trekken.
Diverse krantenartikelen schrijven over kerken die kleiner worden en vervolgens verdwijnen of samengevoegd worden met andere gemeentes. Daardoor zijn er steeds grotere gebieden, met name op het platteland, waar geen kerkelijke gemeente meer te vinden is. Maar moeten we niet gewoon terug naar onze wortels in plaats van gemeentes op te heffen? Regelmatig lees je dat als een gemeente te klein wordt, er niets anders opzit dan de gemeente op te heffen. Maar is dat zo? Oorspronkelijk waren de gemeenten niets anders dan huisgemeenten, en pas toen het christendom zo hard groeide dat het niet praktisch meer was om in huizen samen te komen, kwam men samen in aparte gebouwen. Misschien moeten we in gebieden waar christenen schaarser geworden zijn gewoon weer terug naar de huisgemeenten. Dat is ongetwijfeld even wennen. Geen predikant die een afgeronde theologische opleiding heeft en door een curatorium is goedgekeurd. Geen muziekband met mengpaneel en teksten op een beamer. Maar gewoon weer terug naar de basis. Zoals we in Nederland grotendeels ontwend zijn geraakt, maar zoals in veel andere landen – met name ook daar waar sprake is van vervolging – nog gewoon gebruikelijk. In 2000 verscheen het boek ‘Huizen die de wereld veranderen’ van Wolfgang Simson waar een warm pleidooi wordt gevoerd voor de terugkeer naar huisgemeenten. Er staan veel waardevolle dingen in dit boek die het waard zijn om te overdenken. In plaats van vele kilometers op zondag te moeten reizen om een kerkdienst te bezoeken denk ik dat we meer invulling kunnen geven aan onze opdracht om een zoutend zout in deze wereld te zijn door kleinschalig lokaal aanwezig te zijn als christelijke huisgemeente. Als we de luxe niet meer hebben om er een kerkgebouw op na te houden omdat de gemeente te klein is geworden, waarom dan niet terugkeren tot het model van de huisgemeente?
De algemene reactie op de terugloop van het christendom is het zoeken naar nieuwe wegen om de traditie vorm te geven. Stiltewandelingen, alternatieve vormen van meditaties, niet-christelijke bekende personen die het woord vanaf de kansel voeren. Wat mij betreft is dit de verkeerde reactie. We zijn geen politieke partij die een groot mogelijke aanhang probeert te krijgen. We zullen moeten beginnen met de kern van ons geloof te versterken. Het zoeken van een persoonlijke relatie met God. Door met Hem te spreken in het gebed. Door de Bijbel, Zijn liefdesbrief aan ons, te lezen en herlezen. Door met geloofsgenoten op te trekken zodat we van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen aanmoedigen en vermanen. Laten we ons verootmoedigen voor de lauwheid die steeds meer in onze gemeentes sluipt, het geloof versterken, en de groei aan God overlaten.
Bas Krins – maart 2016