Een herinnering aan de EO Familiedag, lang geleden. Voordat de hoofdspreker het woord neemt wordt er uitgebreid tijd genomen door alle aanwezigen om de tekst die centraal staat in de Bijbel te lezen. Het is muisstil en iedereen zit gebogen over zijn Bijbel. En vervolgens wordt door de spreker inhoudelijk uitgebreid ingegaan op de Bijbeltekst. Ik denk dat tegenwoordig weinig organisatoren van grote bijeenkomsten nog op deze wijze een bijeenkomst zullen willen invullen. De tijden zijn veranderd.
Dat de tijden veranderd zijn zien we ook op het moment dat de kerkelijke gemeente naar buiten treedt. Ik herinner me nog dat er in verschillende plaatsen een project werd georganiseerd onder het motto: ‘De tien mooiste Bijbelverhalen’. Via enquêtes werden mensen gevraagd om aan te geven wat voor hun het mooiste Bijbelverhaal is. En ook waarom. In onze woonplaats werden ook op scholen in de klas de formulieren uitgedeeld, en zo kreeg ik een formulier onder ogen waarin als mooiste Bijbelverhaal werd vermeld ‘de paashaas’ en als motivatie: ‘ik ken geen ander Bijbelverhaal’. Deze humoristische anekdote geeft aan dat we in een tijd leven dat de inhoud van de Bijbel steeds minder bekend is.
Sinds 2011 is er van het Paasevangelie een spektakelstuk gemaakt onder de noemer ‘The Passion’. Het initiatief is genomen door de EO, KRO, de Rooms-Katholieke Kerk, de PKN en het NBG. Gewoonlijk haken plaatselijke gemeente aan. Het is een veel besproken vraag: moeten we als christenen hieraan meedoen? Is het zo dat dit een opstapje voor ongelovigen kan zijn om nader kennis te willen maken met het geloof? Om ervoor te zorgen dat men weer weet waar het met Pasen eigenlijk om gaat? Of zijn kijkcijferdruk en kruisigingsevangelie een slechte combinatie? Immers de rollen worden vertolkt door mensen die in het algemeen niet willen getuigen van een persoonlijk geloof in Jezus, maar door mensen die geselecteerd zijn vanwege hun professionele kwaliteiten en die in het beste geval een bepaald gevoel hebben bij de lijdensgeschiedenis. En er wordt gebruik gemaakt van niet-christelijke liederen.
Ik wil hier een ander argument aanvoeren ter overweging. Het beeld dat we als christenen dreigen uit te stralen is dat we een evenementenbureau zijn. Bij ‘The Passion’ draait alles om het event. De werkelijke reden van Jezus’ lijden en sterven komt niet of nauwelijks aan bod en de opstanding wordt in het beste geval kort vermeld. Alles draait om de show. Om het spektakel. Het eerste dat je dan ook de andere dag in de krant leest zijn de kijkcijfers. Gelovigen, ongelovigen, moslims, iedereen mag vertellen welk gevoel ze hebben bij Jezus’ kruisiging. In 2013 verscheen in Trouw een interview met een godsdienstwetenschapster. Zij geeft aan dat de populariteit van ‘The Passion’ te danken is aan de afwezigheid van bekeringselementen. Jezus wordt gepresenteerd als een historisch figuur, niet als de Zoon van God. Religieuze thema’s als verlossing en vergeving ontbreken, het gaat om gerechtigheid en vrede. Christenen, moslims en andersgelovigen komen in gelijke mate aan bod. Het is een publiek ritueel die voor iedereen zijn eigen waarheid bevat. Aldus deze wetenschapster. Het echte evangelie raakt ver op de achtergrond. Leo Habets, één van de oprichters van de EO, formuleert het als volgt: “Het lijden en sterven van Jezus als mediaspektakel teruggebracht tot de grootst mogelijke gemene deler. De boodschap wordt zó verteld dat vooral niemand er aanstoot aan kan nemen” (Uitdaging, december 2016). Het beeld dat uitgestraald wordt is dat we als kerken een event willen organiseren, niet dat we het evangelie willen delen. Is dat iets waar we als christenen onze naam aan willen verbinden? In het Nederlands Dagblad van 27 februari 2016 roept de directeur van het NBG ons op om ‘The Passion’ te zien als dé nationale paaspreek in moderne media-format. Maar dan wel een preek waar de kern van het evangelie uit gehaald is.
Op 15 maart 2016 is het boek ‘God in Nederland’ verschenen naar aanleiding van een onderzoek dat in opdracht van de KRO is gedaan naar de positie van het (christelijk) geloof in Nederland. Dit onderzoek wordt eens in de tien jaar gedaan, en voor het eerst is er ook gevraagd naar de ervaringen met ‘The Passion’. Het blijkt dat van de niet-gelovigen ongeveer 40% één of meerdere malen gekeken heeft, dat ze het aansprekend vinden, maar het maakt niet nieuwsgierig naar het christelijk geloof. ‘The Passion’ is niet anders dan een betekenisvol drama, volledig los van de christelijke context en geloofstraditie.
Soms heb ik de indruk dat we ook moeten vermijden dat het in onze erediensten meer om de vorm dan om de inhoud gaat. Een gewoonte die ik af en toe tegenkom en waar ik moeite mee heb is het applaudisseren voor het muziekteam. Natuurlijk mogen we blij zijn met de gaven in de gemeente. Maar applaudisseren geeft sterk de indruk dat het om een concert gaat waarbij de muzikanten centraal staan en niet om aanbidding waarbij God centraal staat. We applaudisseren toch ook niet voor de koster, het opbouwteam, de crècheleiding, de kinderwerkers, en alle andere mensen die in de gemeente een taak binnen of buiten de diensten hebben? Hoewel… Niet lang geleden was ik in een gemeente waar na een indringende preek de gemeente massaal begon te applaudisseren. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik dat buitengewoon ongepast vond. Het geeft het onbehagelijke gevoel dat er een show wordt opgevoerd in plaats van het evangelie verkondigd.
Ik meen ook een trend te kunnen zien in de kerstnachtdiensten. Ook daar lijkt soms het event minstens zo belangrijk te worden als de boodschap. Het Nederlands Dagblad kwam op 24 december 2015 met het volgende bericht. Een godsdienstpsycholoog van de VU uit Amsterdam geeft aan dat belangstelling van buitenstaanders voor de kerstnachtdienst geen blijk is van een interesse in het geloof, maar ‘een maatschappelijk geaccepteerde manier om gevoelens van onzekerheid, verlangens naar licht en vrede en de behoefte aan geborgenheid te delen, en daarmee te kanaliseren’. Ruimte voor emoties, de ervaring onderdeel te zijn van een oude traditie, gezamenlijkheid en een groter perspectief is waar het om gaat. Schokkend? Nee. Dat niet. Dit soort berichten heb ik al vaker gelezen. En iedereen die weleens zo’n dienst heeft georganiseerd kan erover meepraten. Moet je maar eens opletten wat er gebeurt als je bij de voorbereiding van de dienst voorstelt om eens een keer niet met het ‘Ere zij God’ af te sluiten. Dan merk je direct hoe belangrijk dit soort tradities zijn.
De vraag is of we als kerk hieraan mee willen werken. Hoe willen we als kerkelijke gemeente in de wereld bekend staan? Als een evenementenbureau? ‘Wij hebben geen kerstnachtdienst, maar een kerstevènt!’ ‘Wij hebben een groot koor!’ ‘Kom bij ons, wij werken als kerken samen!’ Alsof we een theater runnen. Natuurlijk wordt het evangelie verkondigd. Niet omdat de meeste buitenstaanders hierin geïnteresseerd zouden zijn, maar omdat dat erbij hoort. Net als de afsluiting door het ‘Ere zij God’. Is dit wat we als kerk moeten willen?
Mijn herinnering aan de EO Familiedag. Centraal stond de tekst van Paulus aan de gemeente van Korinthe: ‘Want u bent een leesbare brief van Christus’. Wat lezen de mensen in ons christenen? Dat we goed zijn in het organiseren van evenementen? Of dat we werkelijk beseffen wat het is dat Jezus Christus voor onze zonden heeft moeten sterven en er buiten Hem om geen redding is? En dat we werkelijk geven om onze naasten?
Bas Krins – februari 2016
Aangevuld maart 2016, december 2016