Christen Vandaag: de website
Parels in de Bijbel: de podcast

Jabes en Gibea in Richteren en 1 Samuel


1. Inleiding

Met enige regelmaat komen we in de Bijbel – en met name het Oude Testament – geschiedenissen tegen die doen denken aan een andere geschiedenis. En dat is niet toevallig. Het is een manier waarop de schrijver duidelijk wil maken wat de betekenis van een bepaalde geschiedenis is.
In dit artikel wil ik de aandacht vragen voor twee zeer opmerkelijke geschiedenissen in het Oude Testament. De eerste geschiedenis staat in Richteren, en de tweede in 1 Samuël.


2. De gruweldaad in Gibea (Richt. 19 – 21)

Aan het einde van Richteren staan twee geschiedenissen die laten zien hoever het volk afgeweken is van de richtlijnen van God. Ze vormen een overgang naar de periode van de koningen. De tweede en laatste geschiedenis begint met de opmerking (Richt. 19:1):
En het gebeurde in die dagen, toen er in Israël geen koning was, …
Dan wordt verteld dat een Levitische man die in Efraïm woonde zijn bijvrouw wegstuurt vanwege hoererij. De vrouw gaat vervolgens terug naar haar vader in Bethlehem. Na een aantal maanden krijgt de Levitische man spijt en vertrekt naar Bethlehem – met zijn knecht en een span ezels - om zijn bijvrouw te bewegen weer bij hem te komen wonen. De man verblijft een aantal dagen bij zijn schoonvader en keert dan met zijn bijvrouw terug. Toen de zon onderging waren ze bij Gibea in Benjamin, en ze besluiten om daar te overnachten. Een oude man, die als vreemdeling in Gibea verbleef, neemt hen dan in huis. Vervolgens omsingelen inwoners van de stad het huis, en willen gemeenschap hebben met de Levitische man. De oude man houdt dit tegen, waarna ze de bijvrouw van de Levitische man nemen en haar de hele nacht verkrachten zodat ze komt te overlijden. Vervolgens snijdt de Levitische man de vrouw in twaalf stukken en stuurt die naar elk gebied in Israël. Alle stammen verzamelen zich in Mizpa. Ze besluiten een leger te vormen, en vragen dan de Benjaminieten de mannen in Gibea die de vrouw hebben verkracht uit te leveren. Die weigeren, en er breekt oorlog uit tussen Benjamin en de rest van Israël. Israël verslaat het gehele leger van Benjamin, met uitzondering van een kleine groep die weet te vluchten naar de rots Rimmon.
Nu is er een nieuw probleem ontstaan. De stam Benjamin dreigt uit te sterven omdat er geen vrouwen meer zijn. En in Mizpa had het volk kennelijk gezworen hun vrouwen niet aan de Benjaminieten tot vrouw te geven. Vervolgens bleek dat niemand uit Jabes in Gilead in Mizpa was verschenen om mee te doen met de strijd. Men besluit alle inwoners van Jabes te vernietigen, met uitzondering van de vrouwen die nog maagd waren. Die vrouwen werden aan de overgebleven inwoners van Gibea tot vrouw gegeven. Maar nog waren er niet genoeg vrouwen. Vervolgens worden de mannen van Gibea aangemoedigd om in een hinderlaag te gaan liggen op het moment dat er een feest is in Silo, en daar jonge meisjes te schaken. Zo werd voorkomen dat de stam Benjamin zou worden uitgeroeid.
En de geschiedenis eindigt met de opmerking:
In die dagen was er geen koning in Israël: eenieder deed wat juist was in zijn ogen.


3. De bevrijding van Jabes (1 Sam. 11)

De steden Gilead en Jabes spelen eveneens een rol in een geschiedenis die we lezen in het boek 1 Samuël. Het is een geschiedenis uit de beginperiode van de regering van Saul.
De Ammonitische koning Nahas belegert Jabes. Als de bewoners geen uitweg meer zien, vragen ze om een verbond. Daar gaat Nahas in mee, maar wel onder voorwaarde dat van iedereen het rechteroog wordt uitgestoken. Vervolgens vragen de inwoners van Jabes om zeven dagen bedenktijd.
Boden gaan naar Saul die in Gibea woonde om hem dit verhaal mee te delen. En we lezen dan:
De Geest van God werd vaardig over Saul toen hij deze woorden hoorde, en hij ontstak in hevige woede.
Dan hakt Saul een span runderen in stukken en stuurt ze naar alle gebieden van Israël om de bevolking op te roepen tot de strijd. In Bezek verzamelt zich dan een groot leger. Dit leger verslaat het leger van de Ammonieten. En dan lezen we:
En Samuel zei tegen het volk: Kom, laten wij naar Gilgal gaan en het koningschap daar vernieuwen. Toen ging heel het volk naar Gilgal en stelde Saul daar in Gilgal aan tot koning, voor het aangezicht van de HEERE.


4. De overeenkomsten tussen de twee geschiedenissen

Er zijn een groot aantal overeenkomsten tussen deze twee geschiedenissen:
- De Levitische man snijdt zijn bijvrouw in stukken en stuurde die naar elk gebied van Israël. Saul snijd een span runderen in stukken en stuurt ze naar alle gebieden in Israël.
- In beide geschiedenissen spelen de steden Gibea en Jabes een rol.
- Beide geschiedenissen spreken over schaamte: de Levitische man spreekt over een ‘een schandelijke daad en een dwaasheid in Israël’, en Nahas zegt: ‘Zo zal ik schande over heel Israël brengen’.
- In beide geschiedenissen is sprake van huilen van de bevolking.
- In beide geschiedenissen lezen we dat het volk handelde ‘als één man’.
- Er is ook een overeenkomst in de volgende bewoording: ‘Zie, mijn dochter, een maagd, en zijn bijvrouw, die zal ik wel naar buiten brengen. Verkracht die dan maar en doe met hen wat goed is in uw ogen’ en ‘De mannen van Jabes zeiden tegen Nahas: Morgen zullen wij naar buiten komen, naar u toe, en dan kunt u met ons doen overeenkomstig alles wat goed is in uw ogen’.
- De inwoners van Benjamin weigeren de mannen van Gibea uit te leveren zodat ze ter dood worden gebracht, en Saul wil niet degenen doden die weigerden hem als koning te erkennen.


5. De betekenis

Het boek Richteren eindigt met een beschrijving van de verschrikkelijk staat van Israël: verering van afgoden (de afgod van Micha), seksuele overtredingen (de bijvrouw in Gibea) en bloedvergieten (de oorlog tegen Benjamin). En tot vier keer toe lezen we: ‘In die dagen was er geen koning in Israël. Iedereen deed wat goed was in zijn eigen ogen’ (Richt. 17:6; 18:1; 19:1; 21:25).
Dan komt er een bedreiging van een koning van buiten Israël. En de hoop is op de monarchie.  Koning Saul verenigt het volk en niet langer doet iedereen wat goed is in zijn eigen ogen, en niet langer kan een vreemde koning de ogen van de mensen van Israël uitsteken.
Maar er zijn ook kanttekeningen te plaatsen. De inwoners van Jabes zoeken hulp in alle gebieden van Israël, en gaan niet direct naar Saul. Sterker nog, de boden die naar Gibea gaan, gaan evenmin direct naar Saul. Saul is op dat moment gewoon aan het werk op het land, niet precies datgene wat je van een koning zou verwachten. En het in stukken snijden van een span runderen is een nogal heftige methode om het volk bijeen te roepen. Daar spreekt geen echt gezag uit.
Als we deze geschiedenissen in een breder kader zien, dan valt op dat de Bijbel zowel positief als negatief over het koningschap spreekt. Op het moment dat het volk om een koning vraagt geeft God aan dat het feitelijk Hem verwerpt. Aan de andere kant lezen we dat Gods Geest op Saul komt. En dat onder Saul verschillende keren de vijanden verslagen worden. Saul zelf blijkt op een gegeven moment echter ongehoorzaam te zijn en wordt door God verworpen. Maar zijn opvolger David is dan weer een koning naar Gods hart. Diens zoon Salomo begint zijn ambtsperiode goed met het vragen om wijsheid van God, maar blijkt uiteindelijk op verschillende punten Gods geboden niet te volgen. En daarna wordt het in het algemeen er niet beter op. Als God eerst het noordelijke rijk en later het zuidelijke rijk in ballingschap stuurt wordt duidelijk dat ook het koningschap er niet voor heeft weten te zorgen dat het volk God uit eigen beweging van harte zal willen dienen.
De eerste geschiedenis over Gilead en Jabes laat zien hoe ernstig de situatie is zonder koning. De tweede geschiedenis over Jabes en Gilead spreekt over hoop en twijfel. Die twijfel blijkt later in de geschiedenis van Israël volledig terecht te zijn.


Bas Krins – juni 2025

Belangrijkste bron: Amnon Bazak: 1 Samuel – A king in Israel