1. Inleiding
Waarom ging aan de uittocht uit Egypte een reeks van tien plagen vooraf? Had God niet kunnen volstaan met één grote plaag? Alleen de laatste plaag? Het antwoord op deze vraag ligt minder voor de hand dan je misschien zou denken. We lezen dat God tegen Mozes zegt (Ex. 7:2-5):
Ú moet alles wat Ik u gebieden zal tegen Aäron zeggen, en Aäron, uw broer, moet tot de farao spreken, dat hij de Israëlieten uit zijn land moet laten gaan. Maar Ík zal het hart van de farao verharden en Mijn tekenen en Mijn wonderen in het land Egypte talrijk maken. De farao zal niet naar u luisteren, maar Ik zal Mijn hand op Egypte leggen en Mijn legers, Mijn volk, de Israëlieten, uit het land Egypte wegleiden onder zware strafgerichten. Dan zullen de Egyptenaren weten dat Ik de HEERE ben, als Ik Mijn hand over Egypte uitstrek en de Israëlieten uit hun midden wegleid.
Kennelijk wil God Zijn macht aan de farao tonen door de plagen, maar daarmee blijft de vraag open waarom Hij daarvoor 10 plagen gebruikt en waarom juist deze. We krijgen meer inzicht in dat antwoord als we letten op de mogelijkheden om deze plagen in groepen in te delen. In dit artikel willen we deze Rabbijnse benadering van de tien plagen volgen.
2. De tien plagen
De tien plagen zijn samengevat de volgende:
Nederlands | Hebreeuws | Hebreeuws (transcriptie) | |
1 | water in bloed | דָם | dam |
2 | kikkers | צְּפַרְדֵּעַ | tsefardea |
3 | muggen | כִּנִּים | kiniem |
4 | steekvliegen | עָרוֹב | arov |
5 | veepest | דֶּבֶר | dewer |
6 | zweren | שְׁחִין | sechin |
7 | hagel | בָּרָד | barad |
8 | sprinkhanen | אַרְבֶּה | arbeh |
9 | duisternis | חוֹשֶך | choseg |
10 | dood eerstgeborenen | מַכַּת בְּכוֹרוֹת | makat bekorot |
3. Twee groepen van 5 plagen?
Het ligt voor de hand om de plagen in twee groepen te verdelen. Net als bijvoorbeeld de tien geboden in twee delen te verdelen zijn. En we zien inderdaad een opvallend verschil tussen de eerste helft van de plagen en de tweede helft. In de eerste vijf plagen wordt steeds vermeld dat de farao zijn hart verhardde. Bij de zesde plaag lezen we voor het eerst dat de Heere het hart van de farao verhardde. En die opmerking wordt herhaald bij de achtste, negende en tiende plaag. In overzicht:
1 | het hart van de farao is onvermurwbaar (2x) | |
2 | farao maakte zijn hart onvermurwbaar | |
3 | het hart van de farao verhardde zich | |
4 | farao maakte zijn hart onvermurwbaar | |
5 | het hart van de farao bleef onvermurwbaar | |
6 | de Heere verhardde het hart van de farao | |
7 | farao maakte zijn hart onvermurwbaar | |
8 | Ik heb zijn hart onvermurwbaar gemaakt | |
de Heere verhardde het hart van de farao | ||
9 | de Heere verhardde het hart van de farao | |
10 | de Heere verhardde het hart van de farao |
4. Indeling van de parasja’s: 7 plus 3
In de Joodse traditie is de thora verdeeld in 54 parasjot (meervoud van parasja). Een parasja is een deel van de thora. Elke sabbat wordt een parasja gelezen, en een enkele keer twee parasjot, zodat men in een jaar tijd de hele thora behandeld heeft. Elke parasja heeft een naam waarmee een parasja wordt aangeduid.
Als we letten op deze indeling dan valt op dat de plagen van Egypte niet bij elkaar gehouden worden. De eerste zeven plagen horen bij de parasja wa-‘era (Ex. 6:2-9:35), de laatste drie plagen horen bij de parasja bo (Ex. 10:1-13:16).
De Rabbijnen blijken een goede reden te hebben om een overgang te zien van de eerste zeven plagen naar de laatste drie. Bij de eerste 7 plagen lezen we hoe Mozes aan de farao opdraagt om Gods volk te laten gaan (Ex. 7:16; 8:1; 8:20; 9:1; 9:13). De farao weigert, en dan lezen we als toelichting bij de aankondiging van de zevende plaag (Ex. 9:13-16):
Toen zei de HEERE tegen Mozes: Sta morgen vroeg op, ga voor de farao staan en zeg tegen hem: Zo zegt de HEERE, de God van de Hebreeën: Laat Mijn volk gaan, zodat zij Mij kunnen dienen. Want deze keer zal Ik al Mijn plagen op uzelf, op uw dienaren en op uw volk afzenden, zodat u weet dat er op heel de aarde niemand is zoals Ik. Nu had Ik immers Mijn hand kunnen uitstrekken om u en uw volk met de pest te treffen, zodat u van de aarde uitgeroeid zou zijn. Maar juist hierom heb Ik u laten bestaan, om Mijn kracht aan u te tonen, zodat Mijn Naam bekendgemaakt zal worden op heel de aarde.
De eerste zeven plagen waren gericht op het laten zien van de grootheid van God. Maar daarna wordt het blik vooruit gericht op de naderende uittocht. De dienaren van de farao smeken de farao om het volk te laten gaan en voor het eerst suggereert de farao dat hij erover wil onderhandelen (Ex. 10:7-11):
De dienaren van de farao zeiden tegen hem: Hoelang zal deze man voor ons tot een valstrik zijn? Laat de mannen gaan, zodat zij de HEERE, hun God, kunnen dienen! Beseft u nog niet dat Egypte verloren is? Toen werden Mozes en Aäron weer bij de farao gebracht en hij zei tegen hen: Ga! Dien de HEERE, uw God! Wie precies zullen er gaan? En Mozes zei: Wij zullen met onze jongeren en ouderen gaan. Met onze zonen en dochters, met ons kleinvee en onze runderen zullen wij gaan, want wij hebben een feest voor de HEERE. Toen zei hij tegen hen: De HEERE moge net zo met u zijn als ik u en uw kleine kinderen laat gaan! Kijk uit, want er staat u onheil te wachten! Zo niet! Laat toch de mannen gaan, zodat zij de HEERE kunnen dienen, want dat is waar u om verzocht hebt! En men dreef hen weg van voor de farao.
De farao wil nu wel de volwassenen laten gaan, maar zonder kinderen en kleinvee. Na de negende plaag mogen wel de kinderen mee, maar niet het kleinvee. Dit is de laatste ontmoeting van Mozes met de farao. Na de negende plaag is alles gericht op de naderende uittocht, waarbij alle mensen inclusief hun vee zullen vertrekken.
Het is duidelijk dat de Rabbijnen een goede reden hebben om de 10 plagen te verdelen in 7 plus 3.
5. Indeling in 5 maal 2
De tien plagen blijken een opmerkelijke reeks te vormen. De eerste twee plagen zijn gerelateerd aan water: het water wordt bloed en uit het water komen kikkers. De volgende twee, muggen en steekvliegen, hebben betrekking op de aarde. Dan wordt het lichaam van dieren aangetast door veepest en van mensen door zweren. De volgende stap betreft de lucht met hagel en sprinkhanen. En tot slot krijgen we twee plagen die plaats vinden buiten de stoffelijke wereld, namelijk duisternis en de dood van de eerstgeborenen. De Egyptenaren hadden voor elk terrein hun eigen goden, maar hier laat God zien dat Hij macht heeft over de hele schepping, van het water beneden tot de lucht boven. Bij de eerste twee plagen zien we nog dat de magiërs van de farao het verschijnsel kunnen nadoen. Bij de derde proberen ze het wel, maar lukt het hun niet. En daarna proberen ze het ogenschijnlijk niet eens meer.
6. Indeling in 3x3 + 1
Het blijkt ook mogelijk te zijn om de eerste 9 plagen in te delen in groepen van 3. Daarbij moeten we letten op de waarschuwingen aan de farao. Voorafgaand aan de eerste plaag treft Mozes de farao aan de oever van de Nijl. Bij de vierde plaag gaat Mozes ‘voor de farao gaan staan’ terwijl de farao op weg is naar het water, en bij de zevende plaag moet hij ‘voor de farao gaan staan’. In alle drie gevallen ontmoet Mozes de farao vroeg in de morgen. Bij de tweede, vijfde en achtste plaag lezen we dat Mozes naar de farao moet gaan. En bij de derde, zesde en negende plaag wordt de farao helemaal niet gewaarschuwd van tevoren.
Deze indeling in groepen zien we ook terug als we letten op degenen die last hebben gehad van de plagen. Bij de eerste drie plagen wordt nadrukkelijk aangegeven dat het hele land getroffen werd. Bij de vierde en zevende plaag wordt het land Gosen niet getroffen. Bij de vijfde en negende plaag is Israël uitgesloten.
Deze indeling wordt nog eens geaccentueerd door de reactie van de Farao. Bij de vierde plaag geeft de farao in eerste instantie aan dat het volk mag gaan, mits het binnen het land blijft. Bij de zevende plaag mag het volk gaan. Daarna gaat de farao ogenschijnlijk onderhandelen met Mozes. Bij de achtste plaag mogen alleen de mannen gaan, dan moet het vee achterblijven en uiteindelijk gaat het hele volk met het vee.
Samengevat ziet dit er als volgt uit.
3+3+3+1 | 3+3+3+1 | 3+3+3+1 | ||
1 | water in bloed | oever Nijl, ochtend | heel land | |
2 | kikkers | naar farao toe | heel land | |
3 | muggen | geen waarschuwing | heel land | |
4 | steekvliegen | voor de farao, op weg naar het water, vroeg | Gosen niet | binnen land |
5 | veepest | naar farao toe | Israel niet | |
6 | zweren | geen waarschuwing | ||
7 | hagel | voor de Farao, vroeg | Gosen niet | geen beperkingen |
8 | sprinkhanen | naar farao toe | alleen mannen | |
9 | duisternis | geen waarschuwing | Israel niet | vee niet |
10 | dood eerstgeborenen | geen waarschuwing | iedereen, met vee |
Er is nog een taalkundige bijzonderheid. Dat heeft te maken met de plagen zelf. De derde, zesde en negende plaag worden aangegeven als muggen, zweren en duisternis. In het Hebreeuws is dat ‘m n k’, ’n g s’ en ‘k s g’, waarbij we ons moeten realiseren dat we van rechts naar links moeten lezen. Als we van deze drie woorden de eerste letters nemen, dan krijgen we weer ‘k s g’. De tweede letters vormen het woord ’n g s’ en de derde letters ‘m n k’. Kortom, als je de drie woorden in een matrix zet dan kun je ze in twee richtingen lezen.
m | n | k | m n k | |
n | g | s | n g s | |
k | s | g | k s g | |
m n k | n g s | k s g |
7. Slotopmerking
Door de tien plagen te groeperen krijgen we meer inzicht in het doel van de plagen. Hoewel God aan Mozes van-te-voren al aangeeft dat Hij het hart van de farao zal verharden, wordt duidelijk dat het in eerste instantie de farao zelf is geweest die zijn hart onvermurwbaar maakte. Pas in de tweede helft van de plagen, vanaf de zesde plaag, is het God die het hart van de farao verhardde.
Er is ook een overgang te zien van de zevende naar de achtste plaag. De eerste zeven plagen waren duidelijk gericht op het laten zien van de grootheid van God, terwijl daarna de blijk gericht is op de komende uittocht uit Egypte.
De opdeling in 5 tweetallen laat zien hoe God aan de farao Zijn macht laat zien over alle elementen, van het water tot de bovennatuurlijke wereld.
Tot slot de indeling in drie groepen van drie plagen. Taalkundig is deze indeling duidelijk te zien, maar het is mij niet duidelijk of hier ook een diepere betekenis in zit.
Bas Krins – april 2021
Dit artikel is mede geïnspireerd door een college van Yael Ziegler en het artikel “The ten plagues” van Norman Fredman in Tradition: A Journal of Orthodox Thought 20(4), 1982