Een groeiende groep rabbi’s geeft uitleg van de Tenach, het Oude Testament, waarbij de betekenis van de tekst zelf centraal staat. Dat levert bij christenen regelmatig een grote mate van herkenning op.
Ontwikkelingen binnen het Jodendom en in het land Israël worden door christenen met interesse gevolgd. Gebeurtenissen zoals de oprichting van de staat Israël in 1948 en de verovering van geheel Jeruzalem in 1967, de terugkeer van Joden uit de ‘verloren’ tien stammen en de groei van het Messiaans Jodendom krijgen al snel een profetische dimensie. Maar er is nog een andere ontwikkeling. Eén die minder zichtbaar is, maar wel opmerkelijk. En dat is de terugkeer van de interesse onder orthodoxe Joden voor de peshat, de primaire betekenis van de tekst van het Oude Testament.
Wie denkt aan orthodoxe Joden heeft al snel daarbij een bepaald beeld. Mannen in zwarte gewaden, met lange gekrulde bakkebaarden en opvallende hoofddeksels. Mannen die bij voorkeur niets liever doen dan de hele dag studeren in de mondelinge overleveringen van de Rabbijnen zoals die zijn verzameld in de Talmoed. Om vervolgens ellenlang te discussiëren over het antwoord op de vraag hoe lang je moet wachten na het eten van een zuivelgerecht met het eten van vlees, omdat de Thora het gelijktijdig eten van melk en vlees verbiedt. Binnen deze stroming speelt de betekenis van de eigenlijke tekst van de Thora, de peshat, geen belangrijke rol. Het gaat om de interpretatie ervan, die de midrash wordt genoemd, en de wetsregels die ervan afgeleid kunnen worden. Als christenen hebben we in het algemeen weinig affiniteit met deze stroming. Sterker nog, Jezus ageerde juist tegen deze wetticistische interpretatie van de Thora, en dat maakt dat we een afstand ervaren met deze orthodoxe Joden.
In Nederlandse christelijke boeken en artikelen komen we daarnaast ook veel verwijzingen tegen naar teksten van liberale Joden. Deze Joden hebben veel minder binding met de traditie, maar gaan ook vrijer om met het gezaghebbende karakter van de Tenach, het Oude Testament. In het seizoen 2020-2021 verschijnt er vanuit het Centrum van Israëlstudies (CIS), dat ondersteund wordt door enkele protestants-reformatorische organisaties, wekelijks een bijdrage van een rabbijn. Deze bijdrage wordt naar 2200 mensen per e-mail verstuurd en verschijnt ook op hun website. Het valt op dat dit centrum daarvoor met name liberale rabbijnen benaderd heeft. Als reformatorisch-evangelische ervaren we toch wat minder affiniteit met hun vrijere benadering van de Schrift. In Israël is de liberale stroming erg klein, daarbuiten is deze stroming groter.
Sinds een paar jaar is er in Israël een opvallende kentering. Er is een groeiende groep rabbi’s die onderwijs geeft in de uitleg van de Tenach, het Oude Testament, waarbij de betekenis van de tekst zelf centraal staat. Deze geleerden gaan uit van de Tenach als het geopenbaarde Woord van God. En daarbij zien we als reformatorisch-evangelische gelovigen een grote mate van herkenning. Vanwege hun enorme kennis van het bijbelse Hebreeuws gaat veel aandacht uit naar het woordgebruik en de taalstructuur van de teksten. Meer en diepgaander dan we gewoonlijk zien in de westerse theologie, en daarmee vormen ze een belangrijke aanvulling.
Het onderwijs van deze geleerden is inmiddels ook toegankelijk voor ons. Boeken worden in het Engels vertaald, en een deel van de lessen is eveneens via Youtube en podcasts in het Engels te volgen. En zo worden met name de Yeshivat Har Etzion in Alon Shvut en het gerelateerde Herzog College de basis voor een opmerkelijke ontwikkeling binnen het Jodendom. Voor theologen blijkt er een schat aan kennis te zijn. Als we horen hoe uitgelegd wordt dat de kern van Exodus wordt gevormd door God die Zich als een vergevende God aan Mozes openbaart, dan klinkt dat ons als verrassend evangelisch in de oren. En als we lezen dat uit de positie die de naam Perez in het boek Ruth inneemt we kunnen afleiden dat deze geschiedenis wil aangeven dat Ruth een voorouder van de Messias is, wie zou dan niet aangenaam verrast zijn? En er worden boeken geschreven die ingaan op de moderne vragen rondom schriftkritische bijbelbenaderingen en trends in de archeologie die prima zouden passen op de boekenlijsten van de theologische opleidingen.
En er is meer dat we kunnen leren van deze Joodse geleerden. Want zij hebben veel oog voor geschiedenissen die onderling parallel lopen in het Oude Testament. En wijzen ons op de betekenis ervan. Vervolgens valt het ons als christenen op dat dit stijlkenmerk ook te zien is in het Nieuwe Testament. De geschiedenis van de ontmoeting van Jezus met een niet-getrouwde vrouw bij een bron in Samaria blijkt niet zonder reden zodanig geschreven te zijn dat het lijkt op een drietal geschiedenissen in het Oude Testament waarbij een man bij een bron in een vreemd land een vrouw ontmoet. Zo zien we hoe de Joodse manier van denken ons stof tot nadenken geeft. En leidt tot nieuwe inzichten in de betekenis van verschillende Bijbelse teksten.
Joden die weer teruggaan naar de betekenis van de tekst zelf. Het is een opmerkelijke ontwikkeling. Misschien ogenschijnlijk niet zo spectaculair als sommige andere gebeurtenissen, maar wel een ontwikkeling die wel eens heel belangrijk zou kunnen blijken te zijn. Omdat er meer dan ooit een nauwe verbondenheid tussen Joodse en christelijke geleerden kan ontstaan. In de hoop dat het de opmaat is voor het wegvallen van de ‘bedekking van Israël’, het erkennen van de Messias door het volk Israël, waarover Paulus schrijft.
Bas Krins – juli 2021
(Dit artikel is verschenen in het Nederlands Dagblad van 1 juli 2021)
N.a.v. het boek “Bijbelstudies op basis van een literair-orthodox Joodse benadering van de Bijbel”