Bas Krins
Bijbelgetrouw christen zijn vandaag.

Hoe zag Jezus er uit?


Inleiding

Wie vraagt zich dat nu nooit eens af: Hoe zag Jezus er uit? De eeuwen door hebben mensen afbeeldingen gemaakt van Jezus. Gebaseerd op een levendige fantasie en beïnvloed door hun eigen cultuur. Want hoe Jezus er werkelijk uitzag weten we niet.
Dat neemt niet weg dat we ons tot op zekere hoogte een beeld kunnen vormen. In het boek “What did Jesus look like?” combineert Joan E. Taylor schriftelijke, archeologische en Bijbelse gegevens en dan blijkt het mogelijk te zijn om een redelijke indruk te krijgen over het uiterlijk van Jezus. In dit artikel wordt een deel van haar betoog weergegeven.

 

Uiterlijk

In het Nieuwe Testament vinden we geen gegevens over het uiterlijk van Jezus. Een mogelijke reden kan zijn dat Hij er heel gewoon uitzag. In elk geval kan het nuttig zijn om na te gaan wat we weten over de gemiddelde man in Israël in de eerste eeuw als we ons een beeld van Jezus willen vormen.
Op basis van skeletten die gevonden zijn is berekend dat de gemiddelde lengte van een man 166 cm. moet zijn geweest.
Het is bekend dat de Joden in principe niet trouwden met mensen uit andere volken. Geleerden zijn van mening dat het uiterlijk van Joden uit de eerste eeuw veel moet lijken op de Irakese Joden van nu omdat zij directe afstammelingen zijn. Dit betekent dat de huidskleur een donkere honingkleur moet hebben gehad. De ogen zijn bruin en het haar zwart. Dit komt overeen met tal van andere Joden in het Midden-Oosten van nu.
Op Romeinse munten van de keizers Vespasianus en Titus staan Joodse mannen en vrouwen afgebeeld. De mannen hebben kort haar en korte baarden. Dit past bij het feit dat Joodse bronnen meerdere malen melding maken van barbiersgereedschap. Alleen Nazireeërs scheerden zich niet en hadden dus lang haar en lange baarden.

 

Kleding

Er zijn veel archeologische vondsten van kleding en schoeisel gedaan, waardoor we een goed beeld hebben van de kleding die in de eerste eeuw in het Midden-Oosten gedragen werd.
Mannen droegen een korte tunica. Dat is een rechthoekige stuk stof met in het midden een opening voor het hoofd. Een tunica kwam net onder de knie. Vrouwen droegen iets soortgelijks, alleen dan tot op de enkels. Dit werd een stola genoemd. Ook mannen van een hoge status droegen een stola. Een tunica werd gewoonlijk uit twee delen gemaakt, een voorkant en een achterkant. Jezus had een tunica uit één stuk (Joh. 19:23-24). Meestal werd een tunica van wol gemaakt, maar soms van linnen. Een wollen tunica had twee gekleurde dunne strepen van de schouders tot de rand. Mannen hadden gewoonlijk een ongeverfde en ongebleekte tunica, afgezien van de strepen. Mannen van status hadden een geverfde tunica, en ook de stola van vrouwen was gewoonlijk geverfd. Een tunica had geen mouwen. De stof was redelijk breed en de stof werd met een riem van leer of een touw rond de middel bij elkaar gehouden.
Het was mogelijk om boven de tunica een wollen mantel te dragen. Er waren verschillende mogelijkheden om deze om te doen. Het is niet zeker of Jezus ook een mantel had (zie Mark. 6:9; Luk. 9:3 waar Jezus Zijn discipelen opdraagt geen extra kleren mee te nemen als ze uitgezonden worden).
Als schoeisel droeg men leren sandalen. De schoenmaat moet redelijk klein geweest zijn, ongeveer maat 34-36.
Als vrome Jood heeft Jezus ook een gebedsmantel, een talliet, gehad. Dit was een rechthoekige mantel met aan de vier hoeken een kwastje. Op de vier hoeken stond een letter Ι (iota). Vrouwen hadden op de hoeken de letter Γ (gamma) staan, om ze van mannen te onderscheiden. Er waren verschillende manieren om een gebedsmantel te dragen, maar we krijgen uit de Evangeliën duidelijk de indruk dat Jezus deze zo droeg dat er één kwastje aan de achterzijde zichtbaar was. De bloedvloeiende vrouw raakt Jezus van achteren aan bij één van de kwastjes (Mat. 9:20; Mark. 5:27; Luk. 8:44; zie ook Mat. 14:36; Mark. 6:56). We moeten ons voorstellen dat de mantel om de middel werd geslagen als een rok, vervolgens onder de rechterarm aan de achterzijde over de rug omhoogging en dan over de linkerschouder naar de voorkant liep. De talliet zag er dus vroeger heel anders uit dan de sjaal die orthodoxe Joden tegenwoordig gebruiken. Ook maakten ze een vast onderdeel uit van de kleding, en werd deze niet zoals nu alleen gedragen tijdens het gebed.

 

Conclusie

Als we Jezus willen voorstellen dat moeten we denken aan een man met kort zwart haar en een korte baard, bruine ogen en een donker honingkleurige huid. Hij droeg een tunica met twee gekleurde strepen vanaf de schouders naar beneden, en een talliet met kwastjes. En misschien af en toe een mantel.

 

Bas Krins – september 2019