Over de vroegchristelijke symboliek van de vier Evangelisten
1. Inleiding
In de kerkelijke kunst zien we vaak dat afbeeldingen van de vier evangelisten worden vergezeld van symbolen. Voor Mattheüs is dat de mens, voor Marcus de leeuw, voor Lukas het rund en voor Johannes de adelaar. Met name in Middeleeuwse kerken zien we vaak deze afbeeldingen. Deze symbolen komen uit de Bijbel.
2. De vier dieren in de Bijbel
De vier dieren komen op drie plaatsen voor in de Bijbel, namelijk tweemaal in Ezechiël en eenmaal in de Openbaring aan Johannes.
De eerste vermelding is in het bekende openingsvisioen van Ezechiël:
Ez. 1:1-19 Op de vijfde dag van de vierde maand in het dertigste jaar, toen ik te midden van de ballingen bij het Kebarkanaal woonde, opende zich de hemel en kreeg ik een visioen van God. (…) Dit is wat ik zag: een stormwind, komend uit het noorden, een grote gloeiende wolkenmassa, een vuur van bliksemflitsen. Daar middenin zag ik iets dat glansde als wit goud. In het midden van het vuur zag ik iets dat leek op een viertal wezens. Zo zagen ze eruit: ze leken op mensen maar ze hadden elk vier gezichten en vier vleugels. Hun benen waren recht en hun voeten, die blonken als gepolijst koper, leken op de hoeven van een kalf. Aan hun vier zijden, onder hun vleugels, zag ik mensenhanden. De gezichten en vleugels van de vier wezens zagen er zo uit: hun vleugels raakten elkaar, en omdat ze aan elke kant een gezicht hadden, hoefden de vier wezens zich niet om te draaien als ze zich voortbewogen. Hun gezichten leken van voren op het gezicht van een mens en van rechts op de muil van een leeuw, van links op de kop van een stier en van achteren op de bek van een adelaar. (…) Twee van hun vleugels waren naar boven uitgespreid en raakten elkaar, en met de andere twee bedekten ze hun lichaam. (…) Ze leken op iets dat eruitzag als brandende, vurige kolen; ze zagen eruit als fakkels. Er ging vuur heen en weer tussen de wezens, een gloeiend vuur, en er kwam bliksem uit het vuur. En zo flitsten de wezens heen en weer, als bliksemstralen. Opnieuw keek ik naar de wezens, en ik zag bij elk van de vier een wiel op de grond staan, aan de voorkant. De wielen glansden alsof ze gemaakt waren van turkoois en ze hadden alle vier dezelfde vorm: ze leken op een wiel midden in een ander wiel. Ze gingen met de vier wezens mee, zonder om te draaien. Hun velgen waren angstwekkend hoog, en elk van de vier velgen was afgezet met ogen. Als de wezens zich bewogen, gingen de wielen mee, en als de wezens opstegen van de aarde, stegen ook de wielen op.
We zien hier dus wezens met vier gezichten, namelijk van een mens, leeuw, stier en adelaar. In Ezechiël 10 worden deze wezens nog een keer genoemd en zien we vrijwel dezelfde beschrijving:
Ez. 10:14 Iedere cherub had vier gezichten: bij de eerste was het gezicht van een cherub te zien en bij de tweede dat van een mens, bij de derde de muil van een leeuw en bij de vierde de bek van een adelaar.
Dit beeld komt terug in de Openbaring aan Johannes bij de beschrijving van de troon van God in de hemel. Hier zijn het echter vier verschillende wezens met elk een ander aangezicht:
Openb. 4:6-8 (…) Midden voor de troon en eromheen waren vier wezens, die van voren en van achteren een en al oog waren. Het eerste wezen zag eruit als een leeuw en het tweede als een jonge stier; het derde had een gezicht als een mens en het vierde leek een vliegende adelaar. Elk van de vier wezens had zes vleugels, met overal ogen langs de randen en aan de binnenkant (…).
3. Vroegchristelijke symboliek
In eerste instantie is de symboliek van de vier dieren in de oudheid gekoppeld aan Jezus Christus. Irenaeus van Lyon (140 - 202) zag in de vier dieren een symbool van de majesteit van Christus. De leeuw beeldt de koninklijke macht uit, het rund Jezus’ priesterschap, de menselijke figuur de menswording van Jezus, en de adelaar de Heilige Geest die zijn vleugels over de kerk spreidt (Adversus Haereses). In de vroegste afbeeldingen van de vier dieren staan deze rond de troon van Christus.
Irenaeus verbond de vier dieren ook aan de vier evangelisten. Mattheüs werd verbonden met de mens vanwege het geslachtsregister aan het begin van het Evangelie. Marcus werd afgebeeld als een adelaar omdat zijn Evangelie begint met de verwijzing naar Jesaja en daarmee aangeeft dat Jezus de Geest van God heeft. Lukas begint zijn Evangelie met de geschiedenis van Zacharias, en daarom wordt hij verbonden met de stier, aangezien een stier een offerdier was. Tot slot wordt Johannes afgebeeld als een leeuw, omdat hij aan het begin van zijn Evangelie vol vertrouwen de Zoon als Woord van God afschildert (Adversus Haereses 3.11.8).
Augustinus van Hippo (354-430) kwam tot een andere koppeling tussen de vier dieren en de vier evangelisten. De leeuw verwijst volgens hem naar Mattheüs, de mens naar Markus, de stier naar Lukas en de adelaar naar Johannes. Augustinus wil niet alleen naar het begin van het Evangelie kijken, maar het hele Evangelie in ogenschouw nemen. De leeuw is beeld van de stam Juda (zie bijv. Openb. 5:5) en Mattheüs beschrijft het koninklijk karakter van Jezus. Daarbij verwijst Augustinus naar de Wijzen uit het Oosten die de Koning komen opzoeken. Lukas wordt verbonden met de stier om dezelfde reden als bij Ireneaus. Johannes vliegt als een adelaar boven de wolken van de menselijke zwakheid, en kijkt op het licht van de onveranderlijke waarheid met de scherpste ogen van het hart. Markus tot slot wordt afgebeeld als een mens (De consensu evangelistarum 1.6.9).
Ook andere indelingen kwamen voor. Pseudo-Athanasius (Synopsis, 6de eeuw) en Jerome (ca. 347 - 420; Inleiding van zijn Commentaar op Mattheüs) kwamen tot een andere conclusie. Zie het overzicht in de tabel.
| mens | leeuw | stier/os/kalf | adelaar |
Ireneaus | Mattheüs | Johannes | Lukas | Markus |
Augustinus | Markus | Mattheüs | Lukas | Johannes |
Jerome | Mattheüs | Markus | Lukas | Johannes |
Pseudo-Athanasius | Mattheüs | Lukas | Markus | Johannes |
De indeling van Jerome (Mattheüs – mens; Markus – leeuw; Lukas – stier; Johannes – adelaar) komen we ook tegen bij Epiphanius van Salamis (ca. 315 – ca. 405; Verhandeling over gewichten en maten) en Hiëronymus van Stridon (ca. 347 – 420). Vanaf de vierde eeuw is dit de meest voorkomende indeling. Daarbij wordt in het algemeen een verbinding gemaakt tussen de inleidingen van de Evangeliën en de vier dieren.
4. Conclusie
Als we in een oude kerk de evangelisten tegenkomen met hun attributen, dan kunnen we de volgende ezelsbruggetjes gebruiken om te onthouden welke evangelist met welk symbool wordt aangeduid:
• Matteüs wordt verbonden met het symbool van de mens, omdat hij in zijn evangelie begint met de stamboom van Jezus.
• Marcus wordt verbonden met het symbool van de leeuw omdat Marcus zijn Evangelie begint met de geschiedenis van Johannes als de stem die roept in de woestijn.
• Lucas wordt vereenzelvigd met de stier. Het Lucas-evangelie begint met de aankondiging aan de priester Zacharias dat hij een zoon zal krijgen (Johannes de Doper) die de weg voor de Messias zal voorbereiden. Zacharias was een priester en het offerdier bij uitstek was een stier, os of kalf.
• Johannes begint met de menswording van Jezus. De Logos is uit de hemel neergedaald. De adelaar is een vogel die op grote hoogte kan vliegen en met een scherpe blijk een prooi op aarde kan zien om dat snel naar beneden te dalen.
Bas Krins
maart 2017