Bas Krins
Bijbelgetrouw christen zijn vandaag.

Handen schudden in de gemeente


Nederlanders hebben iets met handen schudden. Als jonge werknemer van een Nederlands-Duitse onderneming leerde ik het al snel. In Nederland geven we elkaar de hand als we elkaar nog niet kennen, of een lange tijd niet hebben gezien. Duitsers daarentegen geven elkaar voortdurend de hand. Zelfs als men elkaar als collega elke dag tegenkomt. Als ik in Nederland een collega een hand zou geven, dan zou dat zeer vreemd overkomen. Zelfs als deze collega vanwege vakantie een paar weken afwezig is geweest. En in Duitsland zou het even vreemd zijn als ik dat niet zou doen. Inmiddels is mijn ervaring uitgebreid tot veel meer landen, maar nergens wordt zo enthousiast telkens weer de handen geschud als in Duitsland. Alhoewel…
Toen ik later lid werd van een kerkenraad van een reformatorische kerk maakte ik kennis met een geheel andere traditie. Kerkenraadsleden geven elkaar voortdurend de hand. Bij elke gelegenheid. Bij het begin van elke kerkenraadsvergadering. Maar ook als men elkaar elders in het openbaar tegenkomt. Dat kan tot hele komische situaties leiden als twee kerkenraadsleden elkaar tegenkomen in het publiek en elkaar de hand gaan geven, onder het voorbijzien van alle andere aanwezigen. Ik heb het echt meegemaakt.
Een gewoonte in reformatorische kerken die ongetwijfeld een heel oude traditie heeft maar door vrijwel niemand nog wordt begrepen is de handdruk die de ouderling van dienst de voorganger geeft. Aan het begin en het einde van de dienst op zondag wordt deze ouderling geacht de predikant de hand te geven. En vergeet als dienstdoende ouderling vooral niet de handdruk aan het eind – de rapen zijn gaar! Want de handdruk van deze ouderling geeft de goedkeuring aan van de kerkenraad aan de inhoud van de preek. Wat het nalaten van deze handdruk betekent laat zich dus raden. De precieze betekenis van de handdruk aan het begin van de dienst is minder duidelijk. Overigens ontdekte ik dat inmiddels een deel van de reformatorische kerken deze gewoonte weer verlaten heeft.
Maar niet alleen kerkenraadsleden geven een hand. Ook andere mensen doen daaraan mee. Op een gegeven moment kwam ik in aanraking met de gewoonte dat er bij de ingang van de kerk iemand van de gemeente staat om de bezoekers een hand te geven. In mijn beleving is deze gewoonte begonnen bij evangelische gemeentes en overgewaaid naar reformatorische gemeentes. Het is eigenlijk een sympathiek gebaar, dat best wel past in de Nederlandse cultuur. Ook al komt het misschien wat minder spontaan over.
Na mijn overstap naar een evangelische gemeente is mij duidelijk geworden dat men daar elkaar eigenlijk altijd een hand geeft als begroeting. Sympathiek, maar wel opvallend in het licht van de ongeschreven tradities in de samenleving.
Inmiddels heb ik kennis gemaakt met nog een ander fenomeen in de evangelische beweging. Aan het begin van de dienst wordt regelmatig opgeroepen om de hand te schudden van degenen die voor, naast, of achter je zit. Of waar dan maar ook. En na het handen schudden bij de deur en het handen schudden van de mensen die men in het voorbijgaan voorafgaand aan de dienst tegenkomt, maakt deze oproep om nog eens elkaar de hand te schudden duidelijk dat men er niet genoeg van kan krijgen. En ik kan uit ervaring spreken: als je dit voor het eerst meemaakt komt het toch vreemd over. Het gedwongen karakter – niet meedoen is geen optie – en het moment – de dienst is al begonnen - komt op mij nog steeds merkwaardig over.
Maar ook in kerkelijke kring kan men er te veel van krijgen. Recent maakte ik een campingdienst mee waar men eveneens uitgenodigd werd om anderen de hand te schudden. Aangezien we vrijwel allemaal onbekenden voor elkaar waren werd dit spontaan een soort voorstelrondje, waarop de voorganger op een gegeven moment riep dat het nu wel weer genoeg geweest was.
Er blijkt ook een Latijnse variant te bestaan. Tijdens een vakantie bezochten we eens een Latijnse mis in het zuiden van het land en in de tweede helft van de liturgie kwam het punt ‘offerte vobis pacem’ aan de orde. Elkaar de vrede aanbieden. Het deed me denken aan het roken van een vredespijp. Maar wat bedoeld werd, werd vanzelf duidelijk toen men bij dit punt in de liturgie was beland. Opeens ging iedereen staan en werd elkaar de hand gegeven. Elkaar de vrede aanbieden door onbekenden de hand te schudden – ik was erdoor verrast.
Met enige zorg begin ik nu een nieuwe trend te ontwaren. In toenemende mate zie ik in kerkelijke kring een begroeting in de vorm van een volledige omhelzing. Dit lijkt me het juiste moment om af te haken. Handen schudden, dat is prima. Maar er zijn grenzen. Tegen de tijd dat de voorganger op het idee komt dat we nu opeens elkaar allemaal gaan omhelzen in plaats van handen schudden vrees ik toch dat ik een list moet gaan verzinnen. Ik bereid me vast voor.
n glimlach constateer ik dat zowel de reformatorische kerken als de evangelische gemeenten zo hun eigen subcultuur hebben. En daar is uiteraard helemaal niets mis mee, zolang men zich daar maar bewust van is.

 

Bas Krins

januari 2019