Bas Krins
Bijbelgetrouw christen zijn vandaag.

Jezus en Jona in de storm

De overeenkomsten tussen Jona en Jezus


Inleiding

Het hoeft geen verbazing te wekken dat we in het Nieuwe Testament duidelijke voorbeelden zien van een Hebreeuwse manier van het weergeven van geschiedenissen. De schrijvers waren Joden, afgezien van Lukas. En een groot deel van de geadresseerden waren Jood. Dus kunnen we verwachten dat de manier waarop bijvoorbeeld de Evangeliën de geschiedenis van Jezus weergeven doordrenkt is van de Joodse cultuur.
Een duidelijk voorbeeld van de Hebreeuwse geschiedenisbeschrijving is dat gebeurtenissen zodanig verteld worden dat de opmerkzame lezer onwillekeurig moet terugdenken aan een eerdere keer dat iets vergelijkbaars gebeurt. En als we dan de twee geschiedenissen naast elkaar plaatsen, dan is het de bedoeling om te zoeken naar de verschillen, want daar zit dan een boodschap in.
In dit artikel gaan we op deze manier kijken naar de geschiedenis van Jezus die een storm op het meer van Galilea tot bedaren brengt. We vinden deze geschiedenis in Markus 4.

Jezus stilt een storm – Jona stilt een storm

De geschiedenis van Jezus heeft veel overeenkomsten met de geschiedenis die we vinden in Jona 1. Hieronder een kort overzicht van de overeenkomsten:
- Jona wil een overtocht maken; Jezus gaat naar de overkant
- In beide gevallen steekt een hevige storm op
- Bij Jona loopt het schip vol water; bij Jezus dreigt het schip te zinken
- Jona lag in het ruim van de boot te slapen; Jezus lag achterin te slapen
- Jona wordt gewekt door de anderen op het schip; Jezus wordt gewekt door Zijn discipelen
- In beide gevallen geven ze aan dat het schip dreigt te vergaan
- Nadat de storm bedaard is komen de mensen in beide gevallen onder de indruk van de macht van God/Jezus
Het is duidelijk dat Markus de lezers wil doen herinneren aan de geschiedenis van Jona. En als we goed lezen, dan vallen twee verschillen op. In het geval van Jona zien we dat de omstanders de hand van God zien en Hem gaan geloven. De discipelen echter worden door Jezus vermaand met de vraag waarom ze nog steeds niet geloven. Zij hadden toen de storm opstak moeten beseffen dat Jezus machtiger is dan deze storm.
Maar er is ook nog een tweede verschil. Jona was bereid om zichzelf op te offeren om de storm te doen ophouden en het leven van de andere opvarende te redden. Echter, uiteindelijk zorgde God voor uitredding en bleef Jona gespaard. Jezus was in staat om Zelf de storm te doen stillen. Daarmee is duidelijk dat Hij meer is dan Jona. Maar we zien ook een vooruitwijzing naar het slot van het Evangelie. Want Jezus heeft wel Zichzelf opgeofferd omwille van ons.
Onwillekeurig moeten we dan ook denken aan de opmerking van Jezus in Mat. 12:39-41 over het teken van Jona. Zoals Jona drie dagen en nachten in de grote vis was, zo was Jezus drie dagen in het graf. Jona werd gered door ingrijpen van God. Jezus is onze redding als we in Hem geloven.

Slotopmerking

De geschiedenis waarin Jezus de storm op het meer van Galilea bedwingt, is meer dan een wonder waarin de macht van Jezus zichtbaar wordt. Het is vooral een oproep aan de lezers om na te gaan of zij bereid zijn om te accepteren dat Jezus de Messias is die Zijn leven gegeven heeft tot redding van allen die in Hem geloven. Deze boodschap wordt onderstreept doordat de schrijver in zijn woordkeuze de lezer uitnodigt om een parallel te trekken met de geschiedenis van Jona. Dit is typisch een voorbeeld van een Hebreeuwse manier van vertellen. (Voor meer voorbeelden zie mijn boek: Bijbelstudies – op basis van een literair-orthodox Joodse benadering van de Bijbel).

Bas Krins – juni 2023