Bas Krins
Bijbelgetrouw christen zijn vandaag.

Het huwelijk als metafoor in het Nieuwe Testament



1. Inleiding

In zowel het Oude als Nieuwe Testament komen we het huwelijk tegen als beeld van de relatie tussen God of Jezus Christus en de gelovigen. In dit artikel wordt de betekenis ervan nagegaan. Maar eerst wordt beschreven hoe het Joodse huwelijk eruit zag.


2. Het Joodse huwelijk

Het Joodse huwelijk in de eerste eeuw n.Chr. omvatte drie elementen, namelijk het contract (de verloving), de huwelijksvoltrekking en het feest. In de hedendaagse orthodox-Joodse huwelijksviering zien we deze drie elementen terug, maar dan samengetrokken tot een ceremonie van één dag.

a. Contract (‘ketubbah’)
Het huwelijk werd gearrangeerd door de vader van de bruidegom en de vader van de bruid. Er wordt een contract getekend. Onderdeel hiervan is de bruidsschat (‘mohar’). De bruid ontvangt een geschenk (‘mattan’), en de toekomstige bruid en bruidegom drinken een beker wijn. Wettelijk is men dan getrouwd, maar de bruid en bruidegom hebben geen sexueel contact. De bruid loopt vanaf dit moment gesluierd over straat. Men trouwde jong. De rabbijnen stelde de minimale leeftijd voor meisjes op 12 jaar en voor een jongen op 13 jaar. De gebruikelijke leeftijd voor jongens was 18 – 24 jaar en voor een meisje 12 – 12½ jaar. Na het sluiten van het contract bereidt de bruidegom een woonplek voor in het huis van zijn vader.

b. Voltrekking (‘nissuin’)
Het huwelijk vond gewoonlijk plaats een half jaar tot een jaar na de verloving. Soms wat langer als de bruid nog erg jong was. De bruidegom gaat op de dag van zijn huwelijk met een kroon op zijn hoofd naar het huis van de bruid. Hij wordt vergezeld door vrienden met muziekinstrumenten. Het precieze tijdstip is voor de bruid onbekend. Gewoonlijk was dit in de avond of de nacht. De komst van de bruidegom werd aangekondigd door het blazen op de ramshoorn (‘shofar’). De bruid, versierd met juwelen en gesluierd, wordt naar de bruidegom geleid, vergezeld door haar vriendinnen. Samen halen zij de bruidegom binnen. Vervolgens gaat het hele gezelschap naar het huis van de bruidegom. Bruid en bruidegom dragen een kroon. De bruid wordt verplaatst in een palanquin (soort koets; zie Talmud Ketubot 17a). Bij de bruidegom thuis wordt een groot feestmaal aangericht. Dan wordt het huwelijk voltrokken. Het met bloed bevlekte laken wordt gegeven aan de getuigen die door de ouders van de bruid gekozen zijn, en ter bewaring aan de vader van de bruid gegeven.
Er is enige onduidelijkheid over het antwoord op de vraag in welke mate de bruid van te voren het moment van het huwelijk wist. Er zijn redenen om aan te nemen dat het verschijnen van de bruidegom toch iets minder onverwacht was als men soms stelt. Immers, de bruid moest zich voorafgaand aan het huwelijk onderdompelen in het rituele bad (‘mikvah’). Daarnaast moest vanwege de reinheidswetten rekening gehouden worden met de menstruatiecyclus van de bruid.

c. Feest
Na de feitelijke huwelijksvoltrekking viert het hele gezelschap feest in het huis van de bruidegom, de ‘chuppah’. Dit feest duurde gewoonlijk een week, maar soms ook wel twee weken. Er was geen godsdienstige handeling in relatie tot het huwelijk.


3. Het huwelijk als beeld in het OT

Hoewel de nadruk in dit artikel ligt op de betekenis van het beeld van het huwelijk in het Nieuwe Testament, wil ik duidelijk aangeven dat het beeld niet uit de lucht komt vallen, maar dat ook in dit opzicht het Nieuwe Testament aansluit bij het Oude Testament.
Het bekendste voorbeeld van het beeld van het huwelijk is het boek Hooglied. Strikt genomen gaat het hier niet om een huwelijk, maar wel om een intense liefde van de bruidegom voor zijn bruid. Elders op deze website wordt meer aandacht gegeven aan de betekenis van dit boek.
Daarnaast zien we het beeld terugkeren bij de profeten. Maar dan met name in negatieve zin. Het dienen van afgoden is overspel en dus ontrouw aan het huwelijk (Jer. 3:7-9; Jer. 5:7-8; Ez. 16:32-38; Ez. 23:19-20; Ez. 23:37).


4. Het huwelijk in het NT

Het huwelijk was ongetwijfeld een bekend en algemeen voorkomend verschijnsel, en het is niet verbazingwekkend dat we in de Evangeliën een aantal verwijzingen ernaar zien. Het eerste wonder van Jezus was het veranderen van water in wijn op een huwelijksfeest (Joh. 2:1 e.v.). Ook verwijst Jezus naar de ereplaatsen bij een bruiloftsmaal (Luk. 12:8). En in Openbaring wordt het nieuwe Jeruzalem vergeleken met een bruid die voor haar man versiert is (Openb. 21:2).
In een aantal gelijkenissen wordt verwezen naar een huwelijksfeest. Zo wordt het waakzaam zijn in afwachting van de wederkomst vergeleken met knechten die wachten totdat hun heer terugkomt van een bruiloft (Luk. 12:36). Elders vergelijkt Jezus het Koninkrijk met een koning die een huwelijksfeest voor zijn zoon organiseert (Mat. 22). De genodigden wilden niet komen, waarna besloten wordt om anderen uit te nodigen. Een ander bekend voorbeeld is de gelijkenis van de vijf wijze en vijf dwaze meisjes. De tien meisjes wachten op de bruidegom in het huis van de bruid, en niet buiten zoals wel gelezen is. Als de bruidegom zijn komst aankondigt wordt hij binnengehaald door deze meisjes. In deze gelijkenis worden gelovigen gemaand om waakzaam te blijven omdat het moment van de wederkomst van Jezus onverwacht zal zijn (Mat. 25).


5. Het huwelijk in het NT als metafoor voor Christus en de gemeente

In het evangelie naar Johannes komen we tot drie keer toe een verwijzing naar het huwelijk tegen, waarbij Jezus de bruidegom en de gelovigen de bruid zijn. We lezen in het Evangelie van Johannes:
Joh. 3:28-29 Jullie kunnen van mij getuigen dat ik gezegd heb: “Ik ben de messias niet, maar ik ben voor Hem uit gezonden.” De bruidegom krijgt de bruid; de vriend van de bruidegom staat te luisteren en is blij als hij de stem van de bruidegom hoort. Zo vergaat het ook mij: mijn vreugde is volkomen.
Johannes noemt zich de vriend van de bruid. En Jezus is de bruidegom. Maar onbeantwoord blijft wie dan de bruid is. Direct aansluitend volgt de geschiedenis van de ontmoeting van Jezus met een Samaritaanse vrouw bij de bron in Sichem. Een geschiedenis die sterk doet denken aan een drietal oudtestamentische geschiedenissen waarin een man een vrouw in een vreemd land bij een bron ontmoet, en die uiteindelijk leidt tot een huwelijk. De betekenis van deze geschiedenis is dat iedereen die net als deze vrouw Jezus aanvaart als Messias, de bruid is. (Zie artikel elders op deze website voor een meer volledige uitwerking van deze geschiedenis).
De tweede tekst is de aankondiging van de hemelvaart:
Joh. 14:1-3 Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben.
Als we de traditie rondom een huwelijk kennen, dan is het beeld dat hier gebruikt wordt duidelijk. De bruidegom gaat de woning voor de bruid in gereedheid brengen, om vervolgens haar bij zich te nemen. In het verlengde hiervan ligt de volgende uitspraak van Jezus:
Joh. 16:16 Nog een korte tijd en jullie zien me niet meer, maar kort daarna zien jullie me terug.
Vervolgens wil ik wijzen op de bekende uitspraak van Paulus in zijn brief aan de Thessalonicenzen:
1 Thess. 4:16-17 Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer tegemoet. Dan zullen we altijd bij hem zijn.
Het gaat hier om de uitdrukking ‘eis apantesin tou kuriou’, dat is ‘tot ontmoeting van de Heer’. Deze uitdrukking komen we in de Griekse literatuur tegen als uitdrukking voor het binnenhalen van een koning die een stad komt bezoeken. De bevolking van de stad loopt dan naar buiten de koning tegemoet om hem binnen te komen halen. Maar dezelfde uitdrukking wordt ook gebruikt om een bruidegom binnen te halen die zijn bruid komt ophalen.
Tot slot wil ik wijzen op het feit dat ook in de Openbaring aan Johannes het beeld van een bruid wordt gebruikt:
Openb. 19:7-8 Laten we blij zijn en jubelen, laten we hem de eer geven! Want de bruiloft van het lam is gekomen en zijn bruid staat klaar. Zij mag zich kleden in zuiver, stralend linnen.’ Want dit linnen staat voor al het goede dat gedaan is door de heiligen.


Conclusie

In navolging van het OT wordt in het NT de relatie tussen Jezus en de gelovigen vergeleken met de relatie tussen een bruidegom en bruid. De periode tussen Hemelvaart en wederkomst wordt vergeleken met de periode dat een bruidegom een verblijf voorbereid voor zijn aanstaande. En mogelijk wordt de wederkomst zelf vergeleken met een bruid die naar buiten loopt om de bruidegom naar binnen te halen.
De liefde tussen een bruid en een bruidegom is – als het goed is – de meest vreugdevolle en intieme relatie die we als mens kennen. En het is veelzeggend dat juist dit verschijnsel wordt gebruikt om onze relatie met Jezus aan te duiden.
Het gebruik van dit beeld betekent niet dat we de chronologie van een huwelijksfeest kunnen gebruiken als parallel voor de chronologie van de eindtijd. Dan mist men de clou van deze teksten.


Bas Krins - september 2023