Bas Krins
Bijbelgetrouw christen zijn vandaag.

Ruth, Tamar en de dochters van Lot


De geschiedenis van Ruth is in veel opzichten bijzonder. In deze bijdrage wordt aandacht gegeven aan een aantal opvallende relaties tussen het boek Ruth en andere geschiedenissen uit het Oude Testament.
Het is duidelijk dat Ruth een duidelijk contrast vormt met Richteren. In het boek Ruth wordt al direct in het eerste vers het verband gelegd: In de tijd dat de rechters het volk leidden (Richt. 1:1). De toon wordt gezet. Daar waar Richteren een boek is dat de goddeloosheid van het volk Israël beschrijft, laat Ruth een geheel ander beeld zien.
In het boek Richteren wordt veel aandacht gegeven aan de godsdienstige ontrouw van Israël. De geschiedenissen van de twaalf rechters wordt voorafgegaan door een dubbele proloog en afgesloten met een dubbele epiloog waarin vier voorbeelden hiervan worden gegeven. In de eerste epiloog (Richt. 1:1 – 2:5) wordt de ontrouw van het volk geïllustreerd met het feit dat nog niet het gehele land veroverd was. De stam Dan had zelfs in het geheel nog geen eigen grondgebied (Richt. 18:1). Vervolgens wordt uitgeweid over de godsdienstige ontrouw (Richt. 2:6 – 3:7). Aan het einde vinden we opnieuw een dubbele geschiedenis. Eerst wordt de afgoderij van Dan beschreven waarbij er een afgodsbeeld wordt gemaakt en vereerd (Richt. 17 en 18). Daarna lezen we over de schanddaad in Benjamin waarbij een vrouw zodanig wordt verkracht dat ze overlijdt (Richt. 19 – 21). Ook in de geschiedenissen van de richters komt de ontrouw meerdere malen duidelijk naar voren. Denk bijvoorbeeld aan Gideon die uit de oorlogsbuit gouden sieraden van de Israëlieten krijgt en er een afgodsbeeld van maakt. En Simsons relatie met vrouwen was ook niet bepaald voorbeeldig. Het geheel overziende is er in het boek Richteren een tendens van een volk dat God steeds meer de rug toekeert. En de conclusie van Richteren luidt tot viermaal toe: In die tijd was er geen koning in Israël; iedereen deed wat in zijn eigen ogen goed was (Richt. 17:6; 18:1; 19:1; 21:25). Daarmee vormt dit boek een inleiding op het tijdperk van de koningen.
Het is duidelijk dat Ruth een sterk contrast hiermee vormt. Een heidens vrouw kiest ervoor om God te gaan dienen. En het boek eindigt met het zicht op David, de koning naar Gods hart. Opvallend is er geen geboortegeschiedenis te vinden is van David, en dat het boek Ruth in zekere zin die rol vervult.
Maar er zijn nog andere parallellen met het boek Ruth. Het tweetal Orpa en Ruth heeft een parallel met het tweetal Abraham en Lot. Als Abraham en Lot uit elkaar gaan en Lot een landstreek mag kiezen, dan kiest hij voor het heidense gebied van de Kanaänieten rondom Sodom en Gomorra (Gen. 13). De consequenties zijn groot. Zo lezen we hoe de inwoners van Sodom de engelen willen verkrachten die bij Lot op bezoek komen. En uiteindelijk plegen de dochters van Lot incest met hun vader. Het nageslacht, de volkeren Moab en Ammon, dienen God niet en zijn eeuwenlang Israël vijandig gezind. We komen daar nog op terug. De vergelijking met Orpa en Ruth ligt voor de hand. Ruth kiest ervoor om niet terug te gaan naar Moab, haar eigen volk, maar aansluiting te zoeken bij het volk Israël. Zij en haar nageslacht worden daardoor ingelijfd in Gods volk.
Er is nog een ander opvallende parallel tussen de geschiedenis van Ruth en een tweetal andere gebeurtenissen. Na zijn vlucht uit Sodom gaat Lot wonen in Soar in een grot in de bergen (Gen. 19). Omdat de dochters daar geen kans zien een man te vinden besluiten ze hun vader dronken te voeren en gemeenschap met hem te hebben. Beiden worden zwanger. De oudste baart een zoon die ze Moab noemde en de jongste kreeg een zoon met de naam Ben-Ammi. De twee volkeren die hieruit ontstaan zijn, de Moabieten en de Ammonieten, zijn Israël altijd vijandig gezind geweest. De tweede parallel is de geschiedenis van Tamar. Juda krijgt drie zonen. De oudste zoon Er trouwt met Tamar. Er sterft zonder nageslacht te verwekken. Dan wordt Tamar aan de tweede zoon Onan gegeven. Echter, omdat volgens de regels van het zwagerhuwelijk de eventuele kinderen niet als zijn kinderen zouden gelden, verspilt hij zijn zaad. Ook hij wordt door God gedood. De derde zoon Sela is nog te jong voor het zwagerhuwelijk. Maar als hij volwassen geworden is laat zijn vader Juda na Tamar aan Sela te geven. Inmiddels is de vrouw van Juda overleden. Tamar besluit zich als hoer te verkleden en haar schoonvader te verleiden. De opzet slaagt en ze wordt zwanger. Ze krijgt een tweeling, Peres en Zerach. De geschiedenis van Ruth bevat een verwijzing naar deze twee geschiedenissen. Ook Ruth is een weduwe, evenals Tamar. En als ze naar de dorsvloer gaat om Boaz te vragen als haar losser op te treden, dan lijkt het alsof ze hem wil verleiden. Ze kleedt zich mooi aan en gebruikt parfum, en wacht totdat de wijn zijn werk uitwerking heeft gedaan. De reactie van Boaz is echter zeer consciëntieus. Hij wil zelfs de schijn van verkeerde bedoelingen vermijden en accepteert het verzoek om als losser op te treden. Drie geschiedenissen van een vrouw die nakomelingen willen hebben. De dochters van Lot en Tamar gebruiken een list om aan nageslacht te komen. Ruth vormt hiermee een groot contrast. Zij is zeer zuiver in haar bedoelingen. Opvallend zijn ook de geslachtslijnen. De nakomelingen van Lot en zijn dochters zijn goddeloos. De nakomelingen van Juda en Tamar blijven echter wel behoren tot Gods volk. De relatie met Boaz en Ruth en hun nakomeling David wordt nadrukkelijk gelegd. De oudsten van Bethlehem zeggen na het horen van het voorgenomen huwelijk: ‘Ja,’ zeiden de oudsten en allen die bij de poort aanwezig waren, ‘daarvan zijn wij getuige. De HEER geve dat de vrouw die in uw huis komt zal zijn als Rachel en Lea, die beiden het huis van Israël groot hebben gemaakt, zodat ook u groot zult zijn in Efrata en uw naam in Betlehem zal voortbestaan. Moge uw huis worden als het huis van Peres, de zoon van Tamar en Juda, en wel door de kinderen die de HEER u bij deze jonge vrouw zal geven’ (Ruth 4:11-12). Het is opvallend dat hier nadrukkelijk wordt verwezen naar Peres. En ook de geslachtsregister aan het einde van het boek Ruth begint met Peres: Dit zijn de nakomelingen van Peres: Peres verwekte Chesron, Chesron verwekte Ram, Ram verwekte Amminadab, Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon, Salmon verwekte Boaz, Boaz verwekte Obed, Obed verwekte Isaï, en Isaï verwekte David (Ruth 4:18-22).
Zowel Tamar als Ruth worden genoemd in het geslachtsregister van Jezus (Matt. 1). Zo is er dus een lijn van Juda, via Peres en Boaz, naar David en Jezus. Gods werk gaat door, ondanks alle ontrouw van ons mensen.

Bas Krins
Oktober 2016

(Dit artikel is mede geïnspireerd door colleges van Yael Ziegler)