Bas Krins
Bijbelgetrouw christen zijn vandaag.

Jezus’ maagdelijke geboorte: de zevende bijzondere geboorte in de Bijbel 


1.   Inleiding

Eén van de bekendste feiten uit de geboortegeschiedenis van Jezus Christus is de geboorte uit een maagd. Een dergelijke wonderlijke geboorte is uniek. Maar in de geschiedenis van het volk Israël komen we een aantal malen eerder een bijzondere geboorte tegen, namelijk een geboorte van een kind van een onvruchtbare vrouw. Deze geschiedenissen hebben meerdere elementen gemeen, zoals de belofte van een zoon door God – bijvoorbeeld door middel van een engel – en de mededeling dat het kind opgroeide in de Heer.
En als we die gebeurtenissen op een rijtje zetten, dan zit er een op­vallend patroon in. Bijzondere geboorten blijken keerpunten in de geschiedenis van Israël te markeren. En de geboorte van Jezus is de zevende bijzondere geboorte in de Bijbel. Het grootste keerpunt in de geschiedenis.

  

2.   Abraham en Saraï

In Genesis[i] lezen we hoe drie zaken met elkaar verbonden worden: God die een verbond met Abraham en zijn nageslacht sluit, de belofte van een zoon voor Saraï en de opdracht om jongens op hun achtste dag te besnijden. Ondanks haar hoge leeftijd krijgt Saraï een zoon, en daarmee begint datgene wat God beloofd heeft: het ontstaan van een groot volk. In deze geschiedenis geeft God Zelf aan hoe het kind moet heten, en lezen we over de besnijdenis van het kind[ii].
Ook Rebekka, de schoondochter van Abraham, is in eerste instantie onvruchtbaar. Maar als haar man Izak voor haar bidt, dan wordt ze zwanger van een tweeling, Jakob en Esau[iii].
Jakob trouwt met Rachel en Lea, en ook Rachel wordt in eerste instantie niet zwanger[iv]. Maar dan denkt God aan haar en wordt Jozef geboren.
In deze twee laatste geschiedenissen lezen we niet over een belofte van God dat er een kind geboren zal worden.
Zo begint de geschiedenis van de aardsvaders met drie vrouwen die alle drie in eerste instantie onvruchtbaar zijn.

  

3.   Van de richteren naar de koningen

De overgang van het tijdperk van de richteren naar het tijdperk van de koningen wordt gemarkeerd door een tweetal bijzondere ge­boor­ten.
De laatste richter is Simson. Zijn moeder, de vrouw van Manoach, krijgt van een engel te horen dat zij een zoon zal krijgen, ondanks het feit dat ze tot-nu-toe onvruchtbaar geweest is. Opvallend is de opdracht dat deze zoon vanaf zijn geboorte een Nazireeër zal zijn, en zijn haar niet geschoren mag worden[v].
Het tijdperk van de koningen wordt ingeleid door de geboorte van Samuël. Hanna is lange tijd kinderloos, totdat de priester Eli haar in de tempel aangeeft dat haar wens verhoord zal worden[vi]. Ook hier lezen we dat het haar van het kind niet geschoren mag worden[vii].

  

4.   Einde van het tijdperk van de profeten

Aan het einde van de periode van de profeten zien we een tweetal bijzondere geboorten.
De eerste betreft de geboorte van Johannes als zoon van Zacharias en Elizabeth[viii]. Beide ouders zijn al oud en onvruchtbaar. Net als bij Abraham lezen we dat God de naam van het kind aangeeft, en dat het kind besneden wordt[ix].
De tweede is de geboorte van Jezus[x]. Ook hier lezen we van een aankondiging door een engel, het aangeven van de naam van het kind en de besnijdenis van het kind[xi]. Het bijzondere van deze geschiedenis in vergelijking met de andere die in dit hoofdstuk worden genoemd is dat het hier niet gaat om de geboorte uit een onvruchtbare vrouw maar uit een maagd.
Opvallend is de opdracht van God dat Johannes geen wijn of sterke drank mocht drinken. Hoewel het hier strikt genomen niet gaat om het Nazireeërschap, doet het er wel aan denken. Verder valt op dat er een overeenkomst is tussen de lofzang van Maria en de lofzang van Hannah. Zo zien we hoe de geboorte van Simson en Samuël wordt vergeleken met de geboorte van Johannes en Jezus.
Lukas plaatst de geboorte van Johannes en de geboorte van Jezus duidelijk naast elkaar. Dat zien we in het feit dat beide geschiedenissen een vergelijkbare opbouw hebben: aankondiging door een engel[xii] die zegt ‘Wees niet bevreesd’[xiii], meedeelt dat een zoon geboren zal worden en aangeeft hoe het kind moet gaan heten[xiv]. Beide zoons zullen volgens de engel ‘groot’ zijn[xv]. Van beide kinderen wordt de besnijdenis vermeld[xvi], en wordt aange­geven dat het opgroeit en gesterkt wordt in de geest[xvii]. Daarnaast is er ook een tegenstelling. Immers, de geboorte van Johannes wordt door een engel meegedeeld aan een man op hoge leeftijd in de tempel, terwijl de geboorte van Jezus door de engel meegedeeld wordt aan een jonge vrouw in een huis in Nazareth.

  

5.   De boodschap van Lukas

Het is duidelijk dat Lukas in de geboortegeschiedenis van Johannes en Jezus duidelijk wil maken dat er een nieuw tijdperk aanbreekt. Dat doet hij door te laten zien dat deze twee geboortes passen in een reeks van unieke geboortes door de geschiedenis heen. Eerst zijn er drie bijzondere geboortes aan het begin van de geschiedenis van het volk Israël: Izak, Jakob en Ezau, en Jozef. Dan de laatste richter Simson, en aan het begin van het tijdperk van de koningen Samuël. En dan Johannes als laatste profeet en Jezus die aan het begin staat van een nieuw tijdperk.
Daarnaast wordt ook duidelijk dat Lukas Johannes en Jezus naast elkaar plaatst. Dit is een kenmerk van dit Evangelie.


Bas Krins - november 2020


[i] Gen. 17

[ii] Gen. 21:4

[iii] Gen. 25:21

[iv] Gen. 29:31

[v] Richt. 13

[vi] 1 Sam. 1:1-20

[vii] 1 Sam. 1:11

[viii] Luk. 1:5-20

[ix] Luk. 1:59

[x] Luk. 1:26-38

[xi] Luk. 2:21

[xii] Luk. 1:11 en 1:26

[xiii] Luk. 1:13 en 1:30

[xiv] Luk. 1:13 en 1:31

[xv] Luk. 1:15 en 1:32

[xvi] Luk. 1:59 en 2:21

[xvii] Luk. 1:80 en 2:40